Wet op de heffing van belastingen (30 maart 2005)

I. Belastingsplicht

1. Belastingsplichtig zijn alle Vlaamse rechtspersonen en alle rechtspersonen die in Vlaanderen actief waren in de periode waarop de belastingen van toepassing zijn.

II. Belastingsaangefite

2. Het departement financiën stuurt alle mogelijke belastingsplichtigen (alle rekeninghouders in de Nationale Bank van Vlaanderen) ten vroegste twintig dagen en ten laatste tien dagen voor het einde van de belastbare periode een vraag om alle inkomsten en winsten aan te geven. De belastingsaangifte moet door de belastingsplichtigen correct en volledig ingevuld teruggezonden worden naar het departement financiën, ten laatste één maand na het einde van de belastbare periode.
3. De aangifte bevat het totaal bedrag aan belastbare inkomsten dat werd ontvangen in de belastbare periode. Ontvangen schenkingen tot 500 VDK waarvoor geen tegenprestatie werd geleverd, zijn vrijgesteld van belastingen.
4. De aangifte bevat alle fiscaal aftrekbare uitgaven, met vermelding van het bedrag en de reden van de uitgave, gedaan in de belastbare periode. Zijn fiscaal aftrekbaar:
a) investeringen in een Vlaams bedrijf
b) investeringen in een buitenlands bedrijf, actief in Vlaanderen

III. Heffing van de personen- en bedrijfsbelasting

5. Na ontvangst van de belastingsaangifte heeft het departement financiën dertig dagen om de verschuldigde belastingen te berekenen, en het verschuldigde bedrag mee te delen aan de belastingsplichtige.
6. De belastingsplichtige moet het verschuldigde bedrag overmaken aan de Vlaamse staat binnen de 15 dagen na de kennisgeving door het departement financiën van het verschuldigde bedrag.

IV. Heffing van de belasting op kapitaaluitvoer

7. De belasting op de kapitaaluitvoer, zoals voorzien in de wet op de Vlaamse economische en financiële instellingen, wordt geheven:
na 15 mei en voor 15 juni, voor de uitgevoerde bedragen in de periode van 1 februari tot en met 15 mei;
na 31 augustus en voor 1 oktober, voor de uitgevoerde bedragen in de periode van 16 mei tot en met 31 augustus;
na 31 december en voor 1 februari, voor de uitgevoerde bedragen in de periode van 1 september tot en met 31 december.
8. Het beheer van de bank zal gedurende de eerste zeven dagen van de heffingsperiode vaststellen welke sommen door welke rechtspersoon werden uitgevoerd. Deze gegevens worden doorgegeven aan het departement financiën.
Het departement financiën berekent op basis van de verschafte gegevens de verschuldigde belastingen, en deelt deze aan alle belastingsplichtigen mee ten laatste 14 dagen na het begin van de heffingsperiode, samen met alle andere gegevens die de belastingsplichtige nodig heeft om aan zijn verplichtingen te kunnen voldoen.
9. De belastingsplichtigen dienen de verschuldigde som over te maken aan de Vlaamse staat binnen de heffingsperiode.

V. Nalatigheid

10. Belastingsplichtigen zijn nalatig indien zij:
Geen belastingsaangifte overmaken aan het departement financiën, of dit te laat doen;
de verschuldigde belastingen niet overschrijven naar de Vlaamse staat;
te laat of onvoldoende verschuldigde belastingen overschrijven naar de Vlaamse staat.
11. Indien de nalatigheid het overmaken van de belastingsaangifte betreft, kan het departement financiën het bankbeheer de rekening van de betrokkene laten doorlichten, en op basis daarvan zelf de aangifte vaststellen. Daarbij worden alle inkomende bedragen beschouwd als onderhevig aan belastingen, en worden alle uitgaande bedragen beschouwd als privé-uitgaven die geen recht geven op aftrek van belastingen.
12. Het departement financiën kan nalatige belastingsplichtigen een boete opleggen ten belope van 10% van de verschuldigde belastingen, met een minimum van 100 VDK, en de nalatige belastingsplichtigen aanmanen hun belastingen, inclusief de boete, alsnog correct over te schrijven binnen een termijn van zeven dagen na verzending van de aanmaning.
13. Blijft de belastingsplichtige nalatig, dan zal het departement financiën het bankbeheer opdracht geven de verschuldigde belastingen van de betrokken rekening over te schrijven naar de Vlaamse staat, aangevuld met de verschuldigde boete, verhoogd tot 20% van de verschuldigde belastingen.

VI. Betwisting

14. Betwistingen geven geen aanleiding tot opschorting, tenzij de opschorting wordt toegestaan door het departement financiën of op gerechtelijk bevel.
15. Betwistingen moeten binnen een termijn van tien dagen aan het departement financiën worden overgemaakt. Indien geen overeenkomst wordt bereikt tussen de betwister en het departement financiën binnen een termijn van twintig dagen na verzending van de betwisting, is het Vlaams gerecht bevoegd om te oordelen over de betwisting.