I. Politieke partijen en het verbod op partijen
1. Als politieke partij worden beschouwd alle organisaties die zichzelf
zo noemen en die als organisatie trachten aan verkiezingen deelnemen. Politieke
partijen hebben rechtspersoonlijkheid.
2. Overeenkomstig artikel 12 van de Grondwet kan geen enkele politieke
partij door de Vlaamse staat worden verboden.
In geval overtredingen worden vastgesteld op de artikelen 2 of 13 van
de Grondwet door het gerecht, kan een politieke partij wel het recht verliezen
op deelname aan de verkiezingen.
De leden van de betrokken partij kunnen het recht op deelname aan verkiezingen
op de lijst van een andere partij of op de lijst van de onafhankelijken
niet verliezen, tenzij ze persoonlijk werden veroordeeld door het Gerecht
omwille van een overtreding van de genoemde artikelen 2 of 13.
II. Erkenning van politieke partijen
3. Onverminderd de onmogelijkheid van een verbod op een partij, maakt
de Vlaamse staat een onderscheid tussen erkende en niet erkende partijen,
waarbij enkel erkende partijen door de staat worden ondersteund.
4. Om erkend te worden door de staat dient een partij te beantwoorden
aan volgende criteria:
a) De partij werd niet veroordeeld wegens overtreding van artikel 2
of 13 van de Grondwet.
b) De partij telt tenminste één parlementslid met stemrecht
in het parlement, of heeft deelgenomen aan de laatste drie parlementsverkiezingen.
Zolang nog geen driemaal parlementsverkiezingen werden georganiseerd sinds
december 2004, geldt deelname aan alle voorbije verkiezingen als voldoende.
c) De partij telt tenminste twee leden, die geen lid zijn van een andere
partij.
d) De partij werd niet veroordeeld voor een overtreding op artikel
12 van de voorliggende wet.
5. Erkende politieke partijen kunnen een deelforum huren op het Vlaams
forum aan 50% van het tarief dat geldt voor andere organisaties.
6. Erkende politieke partijen hebben recht op een financiële tegemoetkoming
van de staat. Deze tegemoetkoming bestaat uit een vast en een variabel
gedeelte.
Het vast gedeelte wordt vastgelegd op 150 VDK per maand.
Het variabel gedeelte wordt vastgelegd op 10 VDK per volledige procent
die de partij behaalde in de meest recente parlementsverkiezingen.
III. Partijverplichtingen
7. Politieke partijen zijn verplicht hun ledenbestand mee te delen aan
het departement binnenlandse zaken. Het departement binnenlandse zaken
kan deze lidmaatschappen enkel openbaar maken als bewijsmateriaal in het
kader van een rechtszaak tegen een politieke partij of één
van haar leden. Het departement zal daarbij enkel de gegevens openbaar
maken die relevant zijn voor de rechtszaak, en enkel binnen het forum-onderwerp
van de betrokken rechtszaak.
8. Het is politieke partijen niet toegestaan giften te ontvangen van
particulieren die niet het Vlaams burgerschap bezitten, of van bedrijven.
Giften van Vlaamse burgers mogen niet hoger liggen dan 400 VDK met
inbegrip van de eventuele lidmaatschapsbijdrage, per jaar, te beginnen
van de dag waarop de gift werd overgedragen.
9. Politieke partijen zijn verplicht alle giften mee te delen aan het
departement binnenlandse zaken. Nalatigheid kan aanleiding geven tot inbeslagname
van de gift en een maximale boete van 200 VDK.
Ter controle kan het departement binnenlandse zaken de beheerder van
de Nationale Bank opdracht geven de bankrekening van politieke partijen
door te lichten.
10. Partijleden die giften ontvangen hoger dan 200 VDK, dienen deze
mee te delen aan het departement binnenlandse zaken, met een verklaring
van de reden van de gift. Nalatigheid kan aanleiding geven tot inbeslagname
van de gift en een maximale boete van 100 VDK.
Ter controle kan het departement binnenlandse zaken de beheerder van
de Nationale Bank opdracht geven de bankrekening van partijleden door te
lichten.
11. Partijleden die een uitzonderlijk hoog loon of andere compensatie
ontvangen voor verleende arbeid, dienen dit te beschouwen als een gift
en als dusdanig te behandelen.
IV. Strafrechtelijke bepalingen
12. Het is verboden giften aan politieke partijen, partijleden, onafhankelijke
parlementsleden of ministers te schenken met het oog op de beïnvloeding
van de beleidsvoering. Wanneer redelijkerwijze kan aangenomen worden dat
dit het doel is van een gift, is het een politieke partij of partijlid
niet toegestaan de betrokken gift te aanvaarden.
Bij twijfel zal de begunstigde de gift voorleggen aan het departement
binnenlandse zaken, of aan het departement justitie in geval van belangenvermenging
bij het departement binnenlandse zaken. Bij onenigheid over de beslissing
van binnenlandse zaken, kan de zaak aanhangig gemaakt worden bij het Vlaams
gerecht.
13. Het aannemen van giften, geschonken met het oog op beïnvloeding
van de beleidsvoering, door een partij wordt bestraft met de inbeslagname
van de gift, de intrekking van de erkenning van de politieke partij en
een boete van 1000 tot 5000 VDK.
Het aannemen van giften, geschonken met het oog op beïnvloeding
van de beleidsvoering, door een partijlid, onafhankelijk parlementslid
of minister wordt bestraft met de inbeslagname van de gift, het verlies
van de burgerlijke rechten gedurende een periode van één
tot acht maanden en een boete van 500 tot 5000 VDK.